Zoeken
Ezechiël 16,32 - Jij overspelige vrouw, die zich aan vreemden geeft in plaats van aan haar eigen man!
Romeinen 7,3 - Men zal haar met recht als een overspelige beschouwen, als zij bij het leven van haar man de vrouw wordt van een ander; is haar man echter gestorven, dan is zij van die band ontslagen en pleegt zij geen echtbreuk als zij zich aan een ander geeft.
Ezechiël 23,45 - Maar rechtschapen mannen zullen over haar het vonnis voltrekken dat geldt voor overspelige vrouwen en voor vrouwen die bloed vergieten, want ze zijn overspelig en er kleeft bloed aan haar handen.
Rechters 11,2 - Maar Gilead had ook zonen van zijn eigen vrouw, en toen deze zonen groot geworden waren, hadden zij Jefta weggejaagd en gezegd: `Jij krijgt geen erfdeel in onze familie, want jij bent de zoon van een andere vrouw.'
Job 38,3 - Weer je als een man, want Ik ga je vragen stellen, jij geeft bescheid.
Spreuken 2,16 - om u te redden van de vreemde vrouw, de onbekende, die gladde woorden spreekt,
Spreuken 6,24 - om u te behoeden voor een verdorven vrouw, voor de gladde tong van een vreemde.
Spreuken 7,5 - om u te behoeden voor de vreemde vrouw, voor de onbekende die gladde woorden spreekt.
Spreuken 30,20 - Zo is ook de weg van de overspelige vrouw, die eet en haar mond afveegt en zegt: `Ik heb geen kwaad gedaan'.
Prediker 3,18 - Ik zei bij mezelf: God geeft de mensen wel een eigen plaats maar laat ze toch merken dat ze eigenlijk dieren zijn.
Wijsheid van Jezus Sirach 23,22 - Zo ook de vrouw die haar man ontrouw is en hem een erfgenaam bezorgt van een vreemde.
1 Korintiërs 11,8 - De man is niet genomen uit de vrouw, maar de vrouw uit de man,
1 Korintiërs 11,9 - en de man is niet geschapen om de vrouw, maar de vrouw om de man.
1 Korintiërs 7,2 - Ja, maar met het oog op de vele gevallen van ontucht is het beter, dat iedere man zijn eigen vrouw heeft en iedere vrouw haar eigen man.
1 Korintiërs 7,4 - Niet de vrouw heeft de beschikking over haar eigen lichaam, maar haar man; evenmin heeft de man te beschikken over zijn eigen lichaam, maar zijn vrouw.
Leviticus 15,33 - en op de vrouw tijdens de menstruatie, op iedereen, man of vrouw, die aan druiper lijdt en op de man die gemeenschap heeft met een vrouw, die onrein is.
Wijsheid van Jezus Sirach 26,13 - De bekoorlijkheid van de vrouw verblijdt haar man en haar vaardigheid geeft merg aan zijn gebeente.
1 Korintiërs 11,12 - zoals de vrouw uit de man is, zo is de man door de vrouw, en alles is uit God.
Joël 1,8 - Weeklaagt als een jonge vrouw, die het rouwkleed draagt om de man van haar jeugd.
Ezechiël 16,38 - Ik zal aan jou het vonnis voltrekken dat geldt voor overspelige vrouwen en voor vrouwen die bloed vergieten: het bloed zal Ik op je hoofd doen neerkomen en je mijn toorn en naijver laten voelen.
Spreuken 5,9 - anders geeft gij uw bloesem prijs aan vreemden, uw jaren aan een meedogenloos wezen;
Deuteronomium 22,22 - Wanneer een man op heterdaad betrapt wordt, terwijl hij gemeenschap heeft met een getrouwde vrouw, moeten beiden sterven, de man die gemeenschap had met die vrouw, en ook de vrouw. Zo zult gij dit kwaad uit Israël uitroeien.
Efesiërs 5,28 - Zo moeten ook de mannen hun vrouwen liefhebben, zoals ze hun eigen lichaam liefhebben. Wie zijn vrouw bemint, bemint zichzelf.
1 Koningen 11,19 - Hadad kwam bij Farao zozeer in de gunst te staan dat deze hem een vrouw gaf, de zuster van zijn eigen vrouw, de zuster van Tachpenes, de gebiedster.
Rechters 14,15 - De zevende dag zeiden ze tot de vrouw van Simson: `Jij moet je man zo ver brengen dat hij ons de oplossing van het raadsel vertelt' anders verbranden wij jou en je hele familie. Of heb je ons soms uitgenodigd om ons arm te maken?'
1 Koningen 21,7 - Toen zei zijn vrouw Izebel tot hem: `Ben jij nu de man die in Israël de koningsmacht uitoefent? Sta op, eet wat, dan knap je weer op; ik zal zorgen dat je de wijngaard van Nabot de Jizreeliet krijgt.'
Leviticus 21,7 - Zij mogen niet huwen met een publieke vrouw, met een vrouw die onteerd is, of met een vrouw die door haar man verstoten is. Want de priester is heilig voor zijn God.
Rechters 14,10 - Zijn vader ging naar de vrouw, en Simson gaf daar een feest, zoals jonge mannen doen.
Efesiërs 5,23 - Want de man is het hoofd van de vrouw, zoals Christus het hoofd is van de kerk. Hij is ook de verlosser van zijn lichaam,
Efesiërs 5,31 - Daarom zal de man vader en moeder verlaten om zich te hechten aan zijn vrouw, en die twee zullen een vlees zijn.
Spreuken 27,2 - Een ander moet u roemen, niet uw eigen mond, een vreemde, niet uw eigen lippen.
Spreuken 14,10 - Het hart kent zijn eigen leed en in zijn vreugde mengt zich geen vreemde.
Deuteronomium 21,15 - Wanneer een man die twee vrouwen heeft van de een meer houdt en van de ander minder, en wanneer zij hem beiden een zoon geschonken hebben en de eerstgeborene een zoon is van de minder geliefde vrouw,
Wijsheid van Jezus Sirach 36,23 - Iedere man neemt zich een vrouw, maar de ene vrouw is mooier dan de andere.
Jeremia 31,22 - Waarom al maar uw eigen weg zoeken, opstandige? Jahwe maakt iets heel nieuws op aarde: Een vrouw zoekt een man.
Job 15,4 - Man, jij verkracht de godsdienst, jij bagatelliseert waarachtige bezinning.
Leviticus 20,13 - Als een man met een andere man omgang heeft als met een vrouw, begaan beiden een afschuwelijke daad. Zij moeten ter dood worden gebracht; zij hebben hun dood aan zichzelf te wijten.
1 Korintiërs 11,3 - Maar gij dient dit te bedenken. Christus is het hoofd van iedere man, de man is het hoofd van de vrouw, en God is weer het hoofd van Christus.
Jesaja 4,1 - Op die dag zullen zeven vrouwen een man vastgrijpen en zeggen: `Wij zullen ons eigen brood wel eten, onze eigen kleren trekken wij wel aan, als wij maar uw naam mogen dragen: neem zo de schade van ons weg.'
Spreuken 5,3 - Van honing druipen de lippen van de vreemde vrouw en haar verhemelte is gladder dan olie,
Spreuken 23,27 - Want een ontuchtige vrouw is een diepe kuil, een vreemde vrouw is een enge put.
Tobit 4,12 - Houd je verre, mijn zoon, van alle ontucht. Zorg ervoor een vrouw te nemen uit het geslacht van je voorvaders. Neem geen vreemde vrouw, een die niet uit de stam van je vader is. Wij zijn immers afstammelingen van profeten; herinner je Noach, Abraham, Isaak en Jakob, onze voorvaderen van oudsher: zij allen namen vrouwen uit hun verwanten en zij werden gezegend in hun kinderen en hun nageslacht zal het land bezitten.
Jeremia 3,1 - Als een man zijn vrouw wegstuurt en zij gaat heen en trouwt met een ander, neemt hij haar dan nog terug? Is dit land dan niet ontwijd? En gij geeft u af met allerlei minnaars en gij wilt bij Mij terugkomen - godsspraak van Jahwe -?
Ezechiël 44,8 - In plaats van zelf te zorgen voor mijn heilige gaven, hebt ge vreemden aangesteld voor de dienst in mijn heiligdom.
Deuteronomium 15,12 - Wanneer uw broeder, een Hebreeuwse man of vrouw, zich als slaaf aan u verkoopt, moet hij u zes jaar dienen, maar het zevende jaar moet ge hem vrij laten heengaan.
Deuteronomium 17,2 - Wanneer in uw midden, in een van de steden die Jahwe uw God u schenkt, iemand is, man of vrouw, die doet wat Jahwe uw God mishaagt, zijn verbond overtreedt,
2 Kronieken 15,13 - Ieder, groot of klein, man of vrouw, die Jahwe, de God van Israël, niet zou dienen, zou ter dood gebracht worden.
1 Timoteüs 3,2 - Een leider in de gemeente moet onberispelijk zijn, de man van één vrouw, matig, verstandig, beschaafd, gastvrij, bekwaam om te onderwijzen,
1 Korintiërs 7,16 - Trouwens, hoe weet gij, vrouw, of gij uw man zult redden, en gij, man, hoe weet gij of gij uw vrouw zult redden?
Spreuken 5,20 - Waarom, mijn zoon, zoudt gij u laten verrukken door een vreemde vrouw en de boezem van een onbekende omarmen?